Siem blijkt uiteindelijk acht ribben, stukjes van haar ruggenwervel en haar kaak gebroken te hebben en later werd nog een klaplong ontdekt. In de periode erna merkte Siem ook nog drie (af)gebroken kiezen op.
Mark vervolgt: “Ik was ontzettend bang dat ze het niet zou overleven. De eerst avond zeiden de artsen dat ze er vanuit gingen dat ze zo wel wakker zou worden maar dat gebeurde niet. De volgende dag gaven ze aan dat wanneer Siem een zware hersenschudding zou hebben, het nog wel 24 uur kon duren voordat ze wakker zou worden, maar de volgende dag was Siem nog niet wakker. Vanwege ondercapaciteit door corona en verkeersongelukken door ijzel werd Siem overgebracht naar Zwolle en werden een paar dagen in coma al een week en uiteindelijk zelfs twee weken.”
Na anderhalve week in coma werd bij Siem diffuus axonaal letsel vastgesteld dat, wat vaak voorkomt bij verkeersongelukken. Hierbij zijn verschillende zenuwuitlopers van de hersencellen kapot gescheurd, waardoor de verbindingen naar de hersencellen beschadigd zijn. Op een CT-scan zijn alleen bloedingen te zien en die had Siem niet. Daardoor dachten de artsen dat haar hersenen geen schade hadden opgelopen, maar helaas is er sprake van niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Siem kan zich van het ongeluk niets meer herinneren, dus we vroegen haar hoe het was om te ontwaken uit de coma.
Siem: “Van de dag dat het ongeluk gebeurde kan ik alleen nog herinneren dat we langs een zwembad fietsten en dat ik hoopte dat ze binnenkort weer zouden openen zodat ik ook het zwemmen weer kon oppakken. Verder weet ik niets meer van die dag. We zijn een paar weken geleden terug gegaan naar de plek waar het gebeurd is maar ik herkende niets.”
“Mijn moeder had van een vriendin als tip gekregen om mij te vertellen wat er was gebeurd. Ik kan me nog een moment herinneren dat ze op mijn arm wreef en rustig vertelde wat er allemaal was gebeurd en waarom ik in het ziekenhuis was. Ik was half wakker en het heeft me heel erg geholpen bij het begrijpen van de situatie. Echter snapte ik nog niet helemaal waarom ik nou zoveel kaarten had gekregen, ik was helemaal niet ziek naar mijn idee, dus die kaarten moesten maar weg! Maar veel meer dan liggen kon ik niet. Ik kon niet lopen en de rechterkant van mijn lichaam was erg zwak, ik kon bijvoorbeeld mijn hand niet omhoog doen. Ik kon redelijk snel weer praten maar alleen extreem zacht en heel erg monotoon.”